woensdag 23 november 2011

Dat schoolkind van ons

Hij zit nu bijna 3 maanden op school, onze oudste zoon. En hij doet het uitstekend. Voor ons het meest belangrijk: Thom gaat er met veel plezier naartoe en hij heeft aansluiting gevonden in zijn klas. Vriendje na vriendje wordt mee naar huis gesleept.

Ook ons eerste 15-minuten gesprek op school is positief verlopen. En wie denkt dat zo'n gesprekje enkel gaat over het plezier van het kind in de klas, vergist zich. Er bestaat namelijk iets als een 'leerling-volg-systeem'. Terwijl Thom zich van geen kwaad bewust is, wordt hij door juf in het geniep beoordeeld op tal van punten. Hele lijsten zijn er ingevuld over zijn functioneren. En hoera! Thom is geslaagd! De vlag kan uit! ;-)

Sinds Thom een heus schoolkind is, heeft hij zich een zwaardere stem aangemeten en een houding die nonchalance moet uitstralen. Verder is niets meer 'leuk', want alles is 'cool'. En aan nagenoeg iedere zin wordt het bijwoord 'dus' toevoegd.

Thoms vocabulaire is behoorlijk uitgebreid. Met woorden die ik hier niet zal herhalen. En de meest schattige liedjes worden verbasterd tot uiterst ranzige exemplaren. Als hij zo'n verbasterd liedje thuis ten gehore brengt doe ik of ik niets hoor -en wend ik mijn gezicht af om mijn lach te verbergen. Als Rolf dan 's avonds thuis komt vraag ik hem of hij het bewuste liedje kent, om daaraan toe te voegen: 'Het blijkt dat ons dat liedje fout is aangeleerd, want het gaat eigenlijk zo: '....'.' Heel kinderachtig kunnen wij daar samen de slappe lach om hebben.

Maar school is niet enkel rozengeur en maneschijn: met school heeft de oververmoeidheid zijn intrede gedeaan -hetgeen thuis leidt tot tal van driftbuien.

En dan zijn er de kleuterperikelen:
'En toen mocht iedereen op zijn feestje komen, behalve ik.'

'Mama, wat betekent aanvallen? Want we waren aan het voetballen en toen zeiden ze dat ik moest aanvallen. Maar ik wist niet wat dat was en toen mocht ik niet meer meedoen.'

Of het vriendje waarmee was afgesproken, maar dat op het laatste moment toch besloot liever met iemand anders te gaan spelen.

Au.
Terwijl ik eigenlijk van Thom zou willen horen wie er naar tegen hem deden (want ik zál ze!), leg ik hem, in plaats daarvan, uit dat mensen soms onaardig doen. Dat dat niet betekent dat jij niet leuk bent en zelfs meestal niet dat die mensen jou niet leuk vinden. Want denk er maar eens over na: jij doet misschien ook weleens lelijk tegen mensen die je eigenlijk lief vindt. Het is niet fijn, maar dit soort dingen gebeurt soms.
'Ja' bemoeit Lieke zich plotseling met mijn betoog. En terwijl ze haar schoudertjes ophaalt, zegt ze zonnig: 'Pech gehad.'

Geen opmerkingen: